Interview Bas & Gerard Verkerk

Als ik Bas vraag op welke kenmerken hij een duif beoordeelt is het antwoord;  op geen enkel. Hiermee is de toon gezet voor het interview dat ik mocht hebben met de toppers van Nederland Gerard en Bas Verkerk. Het toont direct hun praktische benadering van de duivensport. Hier is geen plaats voor onzin verhalen. De uitslag van de vlucht is hun raadsman en keurmeester. Slechts de prestatie van de duif geeft het antwoord op de vragen die zij zichzelf stellen. Elke emotie met de duif zelf wordt uitgebannen. Super goed mag blijven, goed en minder goed moet verdwijnen. Geheimen vallen er niet te vertellen, ze hebben die eenvoudigweg niet. Feitelijk gezien zijn het gewone melkers met een enorme zelfdiscipline en kei goeie duiven.  Als je dat zo wilt vertalen dan mag je dát hun grote geheim noemen. Doe uw voordeel met dit interview, waarin Bas zeer openhartig was. Het kan de opstap naar uw succes zijn.

Zoals gezegd keurt Bas zijn oude duiven enkel op prestatie. Het model interesseert hem niet. Wie zal het beter weten; de duif die de kopprijzen vliegt of de liefhebber die meent dat de rug toch iets te zwak is. Bestrijdt nooit de feiten, want zij zijn onweerlegbare waarheden. De jonge duiven worden beoordeeld op uitstraling. Bezitten ze vitaliteit, zijn het haantje de voorste, volgen ze je overal?, dat zijn de kenmerken die Bas graag ziet. Die duiven mogen blijven totdat de mand van oordeel is dat de bijl moet vallen. De lat ligt hier ontstellend hoog en kan dat ook als je zoveel goede duiven hebt. Dit geldt ook voor de kweekduiven. Het zijn bijna altijd prestatieduiven die hiervoor worden aangehouden. Als men versterking zoekt, stelt men als voorwaarde dat die ook weer uit echte topduiven komt. Het liefst kopen zij er een direct jong van een top-duif of anders nooit verder verwijdert dan broer of zus.

Bas gelooft niet in kweekkoppels, wel in kweekduiven afzonderlijk. Maar zelden fok je uit een zogenaamd gekend kweekkoppel nog een net zo goed jong als die eenmalige topper die er ooit uit kwam. Daarbij leert hem de ervaring dat een koppel dat te lang bij elkaar zit, steeds slechtere jongen geeft. Het credo is veel om koppelen. Dus elke ronde de duivinnen wisselen. Zorg er wel voor dat ze vóór het om koppelen lang genoeg gescheiden zijn. In ieder geval minimaal 10 dagen. Dit omdat anders het sperma van de vorige doffer nog actief kan zijn bij de duivin.                                                       Voor het welslagen van de kweek is een goede gezondheid een eerste vereiste. Kwekers moeten vóór de koppeling nog een betere conditie hebben dan vliegduiven in het hoogseizoen. Des te beter de conditie, des te betere jongen aldus Bas.

Wees nooit tevreden met de kwaliteit die je hebt, ook al vlieg je nog zo goed. Realiseer je dat de concurrentie niet stil zit. Zij zal alle mogelijkheden inzetten om zich te verbeteren om jou te verslaan. Als tevredenheid dan stilstand inhoudt, beland je snel in de wereld van vergetelheid. Streef altijd naar nog betere duiven, een nog betere conditie, een nog betere verzorging en vliegmethode. Wees hard voor je duiven maar ook hard voor jezelf. Selectie is de enige methode om van jouw duiven, betere duiven te maken. Faalt deze methode uiteindelijk, koop dan betere kwaliteit bij dan jezelf hebt. Wees hierin zeer kritisch. Stel hoge eisen aan het nieuwe product, het kan u ineens verder op de kaart zetten of jaren achteruit werpen. Koop bij liefhebbers zoals jezelf bent en de duiven houdt. Duiven hebben een lange tijd nodig om zich aan te passen aan totaal gewijzigde omstandigheden. Kies daarom zeer bewust en doelgericht. Kies in ieder geval bij aankoop van jonge duiven altijd de vitaalste, ongeacht of het een doffer of duivin betreft. Het zijn altijd de beste.

2.

Om duiven hard te laten vliegen moet aan veel voorwaarden worden voldaan. Waar in ieder geval rekening mee moet worden gehouden is dat een ervaren vliegduif precies weet wanneer hij wordt ingekorfd. Het hele voerpatroon er naar toe vertelt hem wat er gaat gebeuren. Hou daar rekening mee. Elke wijziging in het toegepaste patroon ontregeld het verwachtingspatroon van de duif, waardoor de vorm wordt verstoord. Wees dus gedisciplineerd in uw verzorging. Kies een voorbereiding naar het inkorven toe en houdt u eraan.                                                                                         Wijzelf geven de doffers volle bak omdat wij denken dat een duif zelf het best weet wat hij nodig heeft; zegt Bas. De duivinnen krijgen de bak niet vol maar afgepaste hoeveelheden. Dit omdat ze anders snel aanvetten en onderling aanparen. Enorm belangrijk is vitamineral. Het is de graadmeter bij uitstek voor  vorm en conditie. Geef een duif die hard heeft moeten werken, bij thuiskomst de keuze tussen voer, grit en vitamineral en hij zal het eerst kiezen voor het laatste product. Des te minder vitamineral een duif eet bij thuiskomst, des te minder heeft hij geleden, dus te beter was en is zijn conditie. De elementen die in vitamineral voorkomen zijn kennelijk van elementaire waarde voor een duif. Zorg er wel voor dat het product droog blijft. Dit kun je bereiken door het in een warmtebestendig bakje te doen en dat op een klein verwarmingsplaatje te zetten. Vochtige vitamineral verliest veel van haar waarde en wordt slecht door de duiven opgenomen.

Een tweede belangrijke voorwaarde in de voorbereiding naar topprestaties is de training. Zonder doelmatig trainen kunnen goede prestaties worden vergeten. Trainen betekent vliegen en vliegen betekent niet slenteren maar hard door de lucht gaan. Alsof ze worden nagezeten door de roofvogel. Duiven die op die manier trainen zijn in staat kopprijzen te winnen. Het geliefde weg klapperen van weduwnaars bij de training is verouderd en ineffectief. Het geeft een mooi plaatje maar geen conditie. Het zegt er ook niets over, sterker het misleidt u slechts.  De morgentraining duurt ca. 50 minuten, die van de avond 90. Verplicht trainen kan maar is geen noodzaak. Je moet dat trainen de duiven aanleren als ze jong zijn, ze weten dan niet beter. Natuurlijk is het zo dat duiven die nog niet helemaal hersteld zijn van de laatste vlucht de genoemde tijden niet halen. Dat herstelt zich wel in het verloop van de week en het voorkomt overtraining. Laat nooit een duif die er nog niet aan toe is, geforceerd trainen. Ze raakt er door uitgeput en zal haar vorm voor het hele seizoen verliezen.

Je leest in de duivenbladen dat verduisteren dé methode is voor het bepalen van een piekmoment. Grote onzin, het werkt er slechts aan mee. Je kunt verduisteren wat je wilt, als de gezondheid van de duif, of de klimatologische omstandigheid vaan het hok niet goed zijn, wordt er niet gepiekt. Wij verduisteren in eerste instantie om onze duiven in de veren te houden voor de vluchten van de natour. Hierop kunnen extra punten bij elkaar worden gespeeld voor het asduif-kampioenschap. Ik ontken niet zegt Bas, dat ca. 4 weken na het opheffen van de verduistering,  de conditie sterk verbetert, maar dit enkel als de duif gezond is en de omstandigheden op het hok ideaal zijn. De cirkel moet rond zijn anders ben je weg.

Zorg er voor dat, en dit geldt in hoge mate voor de dagfond, dat de jonge duiven in hun geboortejaar veel ervaring opdoen. Laat ze veel meters maken, niet alleen in het aantal vluchten, maar ook op vluchten van  grotere afstand. Het zijn meestal de zo opgeleide duiven die als jaarling de dagfond-vluchten overheersen. Rijden met duiven tijdens de vluchten heeft volgens mij geen enkele zin. Als je denkt daarmee het oriëntatie vermogen aan te scherpen heb je het mis. Een goede oriëntatie is een talent dat een duif heeft. Als ze het niet heeft krijgt ze het ook nooit. Dat wil niet

3.

zeggen dat je jonge duiven niet eerst goed moet africhten voordat ze op de vlucht gaan. Dit heeft tot doel de duiven te laten wennen aan al de vreemde omstandigheden waarin ze komen te verkeren als ze worden ingekorfd. Ze raken er aan gewend en hebben minder stress.  Hierdoor zijn ze beter bij de les en gaan ze minder snel verloren. Overigens denk ik dat de verliezen met de jonge duiven hoofdzakelijk worden veroorzaakt door de tegennatuurlijke wijze waarop ze worden gehouden in combinatie met een niet optimale gezondheid. Zorg ervoor dat vooral de koppen en luchtwegen schoon zijn. Dat is veel belangrijker dan een beetje geel.                                                                                                      Degene die zijn jongen veel africht is meestal de grote overwinnaar van de eerste vluchten. Op de verdere afstanden is hij vaak gezien. Het was niet de kwaliteit, maar de bekendheid van de omstandigheden die hem het eerste gewin bracht.

Gezondheid van een duif is alles bepalend voor de prestaties er van. Dit zowel in de kweek als voor de vluchten. Hoe goed de duiven, het hok of de verzorging ook is, bij geen goede gezondheid, geen goede prestaties. Als liefhebber kun je veel bijdragen aan die gewenste gezondheid maar je hebt niet alles in de hand. De infectiedruk in de mand kan een factor zijn die buiten je vermogen ligt. Toch is het te gemakkelijk de oorzaak daar te zoeken. Meestal ligt die thuis bij de liefhebber zelf. Observeer niet alleen uw duiven maar ook de omgevingsomstandigheden waarbinnen ze verblijven. Trek er conclusies  uit en handel er naar. Veel kan worden voorkomen door ze een natuurlijke weerstand bij te brengen. Het uit laten zieken van jonge duiven is zo’n mogelijkheid. Je moet het durven maar het werkt uitstekend. Zijn de duiven echt niet in orde, ga dan naar een  gespecialiseerd dierenarts en behandel ze conform zijn bevinding.

Het is een fabeltje dat de gekende topliefhebbers wekelijks met elkaar om de tafel zitten om hun “geheimen” door te spreken. Natuurlijk overleg je wel eens met elkaar maar dat betekent niet meer dan wat elke liefhebber doet. Overleg kan je wel nieuwe of andere inzichten geven waardoor ineens een probleem wordt opgelost. Ik denk dat dat naast de gezelligheid die het geeft, de grootste waarde van het samen melken is.

Goed kweken en vliegen is gebonden aan een aantal basale regels.  Zorg voor:

  1. Goede duiven,
  2. Een goed hok
  3. Een goede verzorging
  4. Veelzijdig voer van goede kwaliteit.

5 Een goede, doelgerichte training.

Degene die deze 5 voorwaarden het meest optimaal in praktijk brengt wordt of blijft, met een beetje geluk , een groot kampioen.

 

Nico Meuwsen

Reacties zijn gesloten.